Even recapituleren

19 maart 2012 - Te Anau, Nieuw-Zeeland

Volgens ons laatste bericht stonden we gekampeerd in Cannibal Bay. We hadden geen honger en elkaar nog niet opgegeten, we hoopten echter nog een vervolg te kunnen schrijven. Jullie hebben dit verhaal spijtig genoeg gemist. Het staat op die verdomde notebook en zal er waarschijnlijk blijven. We hebben nog geen nieuwe gekocht, we zijn hier tenslotte om ons geld aan andere dingen te verbuisen.

Na bijna een week in Christchurch konden we de hostel niet meer luchten en vertrokken we met onze Jitse (de auto) naar Banks Peninsula. Christchurch davert op zijn grondvesten, ook nu nog, gelukkig hebben ze dit schiereiland aan hun achterdeur. Wij zouden alvast niet twijfelen en daar onze intrek nemen. We kampeerden de eerste nacht aan Te Oka Bay. We volgden de raad van Mani (die ons de auto verkocht) en volgden gravel roads (grave baantjes). Ze leiden telkens naar een nieuw, desolaat paradijs. Etienne zag er meteen zijn eerste zeehondenkolonie en we plukten gretig mosselen. Die zijn mij echter niet goed bevallen dus daarna een dagje afzien. Ik eet ondertussen alweer mosselen, zo erg zal het niet geweest zijn.

We zetten meteen de trend van de reis en zijn ondertussen echte trampers, hikers, trekkers, wandelaars dus. De fiets is compleet vergeten. Intussen hebben we ondervonden dat we op vele plaaten niet geraakt zouden zijn met de fiets. Je mag op veel plaatsen ook enkel wandelen dus we zijn goed bezig. We rijden van het ene naar het andere natuurreservaat en maken er lange wandelingen, er zijn hier veeeeeel natuurreservaten. De laatste wandeling duurde 3 dagen, we drijven het tempo beetje bij beetje op. Wie weet hebben we straks geen auto meer nodig ;-) Otanerito reserve, Mount Hutt Forest, Peel Forest, Mt Somers, Lake Clearwater en zo veel meer. Je kan hier een jaar lang wandelen en bent dan nog niet rond. We nemen overal ruim de tijd en  proberen zoveel mogelijk vogeltjes te spotten. Etienne probeert in iedere rivier een vis te vangen, gelukkig hebben we nog ander eten bij...

We keerden even de kust de rug toe en reden landinwaarts naar Lake Tekapo en Lake Pukake, azuurblauwe meren tussen de bergen, echt prachtig. Mt Cook national Park stond maar even op de menu wegens het slechte weer. De foto`s zijn wel schitterend, net special effects. Erin wandelen is minder leuk. De gletsjers waar we zo naar uit keken zagen er grauw uit, niet de witte wonders die we verwachtten. Had er geen bordje met uitleg bij gestaan, hadden we ze zeker gemist. De wandeling die ons altijd zal bijblijven is de ochtendwandeling in het gezelschap van de fantail. Een super schattig vogeltje die vrolijk rond je hoofd fladdert. Niet meteen uit sympathie maar uit opportunisme. Ze jagen op insecten die je tijdens je wandeling achtervolgen. We stonken misschien een beetje en trokken iets meer beestjes aan... Een zeer betoverende ervaring. Ik heb er foto`s van proberen nemen maar ze zijn iets te snel om op de gevoelige plaat vast te leggen. Ondertussen wel Etienne kunnen filmen in gesprek met de fantail. Ze proberen echt te communiceren met je, ongelofelijk. De tip voor een goeie bushwalk: niet te netjes zijn, geen overbodige parfums, vroeg vertrekken en langzaam en in stilte wandelen. Liefst zonder andere lompe toeristen dus. Sommige marcheren net zoals in het leger en klagen dan dat ze geen wildlife zien ...

Na de dosis bergen en meren misten we het zeetje. Oamaru deed zijn verwachtingen alle eer aan. We zagen de blauwe alsook de zeldzame Yellow-Eyed penguin (ook wel hoiho genoemd). Langs de weg naar de haven hadden we nog gelachen met het verkeersbord die waarschuwde voor overstekende penguins, tot we er effectief een zagen die de straat overstak. Een blauwe, kleine ook wel fairy penguin genoemd waggelde de straat over voor onze neus.

Hierna verschansten we ons voor valavond in een schuilhokje, de wacht houdend voor de terugkerende Hoiho. Overdag gaan ze jagen op zee, valavond keren ze naar hun nesten terug. Ze zijn heel schuw en komen niet uit het water wanneer ze mensen zien. We werden beloond met 1 penguin in de verte. Zijn gele ogen hebben we niet kunnen zien.

Voorbij de Moeraki Boulders belandden we in Otago Peninsula. De thuisbasis van de Royal Albatros en opnieuw beide penguins. Het zou NZ niet zijn moest alles via tours verlopen. Dit ontwijken wij steevast en wachten geduldig tot de dieren zich elders vertonen. We filmden een zeer atletische hoiho die zowaar een berg beklom om naar zijn nest terug te keren. Het ziet er stuntelig uit maar respect! op dergelijke manier doen we het hem niet na. Het paleis van de Royal Albatros wordt goed bewaakt en is duur om te bezoeken. We denken er toch een gezien te hebben in de vlucht. Ondertussen hebben we ook al andere albatrossen gezien op Stewart Island.

Dunedin, daar krijg ik stress van. Enorm brede meervaksbanen maar allemaal eenrichting. Hoe komen ze erbij. We sloegen er dan ook op de vlucht.

De Catlins: mooie spectaculaire kust, prachtige natuurreservaten, plenty of wildlife. Tussen Cannibal Bay en Surat Bay zagen we onze eerste zeeleeuwen. Tot 400 kg wegen de imposante heren. Ze zien er lomp uit maar zijn verrassend snel ook aan wal. We bespioneerden even een gezinnetje. Papa van het sumo type, blonde slankere mama en een speelse tweeling. Papa maakte duidelijk dat hun interesse in ons niet gewenst was, we trokken ons snel terug.

In Porpoise bay vroegen we ons af waarom ze daar rondliepen in bikini terwijl het daar veel te koud voor was. Toen ontdekten we de Hector dolfijnen in de baai en namen eveneens een duik in het ijskoude water. Wanneer de eerste dolfijn aan je voorbij surft ben je de kou helemaal vergeten.

Curio bay, heeft zijn naam niet gestolen. Een petrified forest ligt in deze baai. +- 160 miljoen jaar oude, versteende bomen liggen tussen de rotsen. Je kan de houtstructuur nog duidelijk zien.

Slope point heeft een ijskoude zeebries, niet wat wij westerlingen verwachten van het meest `zuidelijke' punt. We zitten dan ook aan de andere kant van de evenaar.

Via Invercargill en Bluff trokken we richting Stewart Island. In Invercargill liet de notebook ons in de steek en onderweg naar Bluff reden we platte band. De weergoden waren ons evenmin goed gezind. Een echte klotedag. Sinds Stewart Island gelukkig al lang vergeten.

Een eiland waar je zou willen dat de tijd blijft stilstaan. We hadden er graag gebleven. Het grootste deel van het eiland is natuurreservaat, er wonen slechts 400 mensen en heel veel vogels. Het paradijs voor de doorwinterde trampers die we ondertussen zijn (of pogen te zijn). `s avonds vult de omgeving zich met Kakas, een papegaai met een prachtig lied. `s morgens word je wakker met het lied van de bellbird (of de imiterende Tui). Ze zijn moeilijk te onderscheiden. We deden er de 3-daagse Rakiura track. Overleefden op muesli en uncle Bens rijstzakjes maar hadden geen moment het gevoel iets tekort te komen. Dag 2 trokken we super size mosselen en smulden we van de Pipis ( een soort venusschelpen die zich bij hoogtij in het zand ingraven). Het kan niet beter.

Dag 4 genoten we van Ulva Island. Dit eiland werd pestvrij gemaakt (d.i. alle ratten possums, fretten, konijnen, herten werden gevangen en gedood) om een sanctuary te maken waar de vogeltjes opnieuw het voortouw nemen. De wandeling van 1.5 u deden wij in 7 uur. We slenterden en genoten van iedere seconde. In ieder struikje zat een Robin op je te wachten, eveneens opportunisten zoals de fantail. Ze komen zelfs in je schoenen pikken en zaten op Etienne zijn schouder. Veel bellbirds, kakas en onze eerste Kiwi ( het dier welteverstaan).

`s Avonds deden we de twilight kayak. Onze gids wist precies waar hij zeevruchten kon zoeken en nadien hadden we een feestmaal van greenlip mosselen, paua en krab. Die laatste was zo slim om op het strand op mijn tenen te jagen. Ze heeft het gevecht niet gewonnen. Lekker lekker.

Met de watertaxi gingen we naar Freshwater landing om opnieuw een 3daagse wandeling te doen. Op Mason Bay strandden een jaar geleden een 90tal Pilot Whales ( Piloot walvissen). Ze konden ze niet meer redden. Door het zoute water teren ze heel langzaam en geven ze nog steeds hun rottend geurtje af. Een gezellige 22km lange strandwandeling.

Een prachtige zonsondergang verloor zijn romantiek door de talrijk aanwezige zandvliegen, bloeddorstige jagers zijn het.

Dag 3 zagen we opnieuw een Kiwi, missie volbracht, tijd om Stewart Island achter ons te laten, met pijn in het hart.

De bottlenose dolfijnen kwamen in grote getale afscheid nemen tijdens de oversteek met de ferry. De ultieme afsluiter van een sublieme week.

Back to reality. We hebben nog steeds platte band, het is zondag waar kan deze hersteld worden? En daar is de regen weer. We zullen nog even op de herinnering van Stewart Island moeten teren...

3 Reacties

  1. Lieve:
    19 maart 2012
    Jitse : een all round compact "huisje" precies !
    Succes ermee en geniet van de mooie streek !

    groetjes uit het verre Aartrijke
    ps ; 't heeft hier nog eens gevroren vannacht!
    Laat de zon maar rap naar hier komen
  2. Marleen:
    20 maart 2012
    Jammer dat het weer wat minder is ... maar ja, dat is dan ook te verwachten van NZ he ? Het kan dan ook alleen maar verbeteren. En gelukkig doet de natuur veel goed.
    Jammer dat er nog geen foto's bij gekomen zijn, maar we zien er naar uit.
    Hou jullie goed en tot later.
  3. rene:
    21 maart 2012
    twas weer leerrijk jullie verhaal ik zie op de foto's dat er een paar kielos er af zijn maar julie zien er anders gelukig uit p.s.etienne je moet op passen dat je niet over je haar valt grapje grt van ons allen ook jitse doet ook de grt daaaaag