Red Centre, here we come

18 maart 2009 - Alice Springs, Australië

 

Hey iedereen,

 

Alweer heel wat kilometers geleden sinds mijn laatste schrijven. We zijn ondertussen goed op weg richting red centre. Deze morgen zijn we in Coober Pedy aangekomen, het opaalmijnstadje bij uitstek waar de meeste inwoners onder de grond leven. Woningen uitgekapt in de rotsen. We kamperen trouwens ook onder de grond, alvast een heel stuk frisser dan bovengronds. Wat is het hier HEET!

 

Laatst had ik een bericht in Victor Harbor gepost. Toen stonden we op het punt de paardentram naar Granite Island te nemen. Een beetje terug in de tijd was dat ritje. Sinds 1869 rijdt er daar een paardentram tussen Victor Harbor en het eiland. Het paardje van dienst heette Thomas. Ferm trekwerk voor het beestje, al werd wel goed voor hem gezorgd hoor.

Granite Island zelf vond ik niet spectaculair, hoe de zee tegen de rotsen sloeg wel.

 

Van Granite Island inlands gereden, grotendeels omdat het aan zee te hard waaide, in de hoop betere temperaturen op te zoeken. Onderweg gestopt in Hahndorf, een hypertoeristisch stadje met heel wat Duitse roots. Gezien de weergoden ons nog steeds niet goed gezind waren, dan maar koffie en appfelstrudel gaan eten. Voor het eerst lekkere filterkoffie, dat was lang geleden. Hier worden lattes, cappuccinos, mochas en nog meer van dat soort koffies gedronken.

 

Warrawong was de volgende halte, een soort wildlife sanctuary. We troffen er vooral veel schildpadden aan. Zelfs 2 kussende schildpadden... Dan nog een albino schildpad. Daar heb ik natuurlijk foto`s van!

Na de wandeling in het park keken we een show over reptielen en spinnen, interessant, vooral om de lokale bosklas te observeren. Ze waren nogal luidruchtig. Eindelijk een redback spider gezien, nu weet ik tenminste voor welke spin ik moet opletten.

 

We kampeerden aan de oval, een lokaal sportpleintje te Mylor waar men je gratis laat kamperen. Heel gezellig vooral `s morgens omdat iedereen daar zijn hond uitlaat. Gezien wij daar als enigen kampeerden waren we de gesprekspartners bij uitstek.

 

De volgende dag waren we klaar voor een nieuwe citytrip, ditmaal te Adelaide. City kun je Adelaide niet echt noemen, het lijkt eerder een groot dorp. Gezellig, al waren er geen must sees. Adelaide die de festival city genoemd wordt was ook bij ons bezoek gastheer van een festival. Twee festivals zelfs, Bomadelaide (90 dollar) was ons iets te duur, het Fringefestival daarentegen was gratis. Een beetje pech want het was familieweekend. De vrijdagavond een stapje gezet naast `The garden of unearthly delights`, de naam alleen al. Daarvan natuurlijk de ganse zaterdag moeten recupereren. Ik mag echt niet meer drinken. Telkens barstende koppijn en een ganse dag misselijk. Het zal wel aan het slechte bier hier liggen, uhum.

 

De zondag nog wat rondgesjeesd in Adelaide, berichtjes op iedere hostelnoticeboard opgehangen omdat we een lift(st)er wilden meenemen door het midden. Tja, we zijn er niet in geslaagd ons Tuurke te verkopen, achteraf bekeken beter want de georganiseerde trips door het midden zijn verschrikkelijk duur.

Uiteindelijk `s avonds richting Flinders Ranges vertrokken, ver zijn we niet gekomen, het werd iets te snel donker. We parkeerden onze Tuur te Middle Beach en genoten nog van een nachtje in de auto slapen. Om 7u `s morgens werden we gewekt door een smsje van Dionne, een Nederlands meisje dat graag mee wilde tot Darwin. Terug naar Adelaide gereden en samen met Dionne naar Wilpena gereden. Wilpena pound is een nationaal park temidden de Flinders Ranges. Wat een mooie bergen. We hebben er de 2u durende klim naar de top van Mount Ohlssen ondernomen. Het was afzien, maar wat een zicht!

 

`s Namiddags zijn we richting Arkaroola gereden. Een tocht van 210 km waarvan 160 km dirt road. Nu hadden we de pech op een schroevendraaier en wat scherpe stenen te rijden met als resultaat 3 platte banden. Van pech gesproken. Gelukkig losten de laatste 2 banden pas bij aankomst te Arkaroola, we hebben immers maar 1 reservewiel. Onderweg zagen we een Road Train tegen een Wedgetailed Aigle rijden, de hillbillie chauffeur vond het leuk recht op de vogel, die in het midden van de weg een dode kangoeroe zat op te eten, af te rijden en net voor de vogel te claxoneren, met als resultaat dat de vogel tegen de bullbar opsprong en zijn vleugel brak. De smeerlap liet het dier voor dood achter. We zijn naar 2 boerderijen in de omtrek gereden op zoek naar iemand die de rangers van het nationaal park kon oproepen om het dier alsnog te kunnen helpen. Ontvangst met de gsm heb je daar immers niet. Hopelijk was de persoon op de laatste boerderij van zijn woord. Meer konden we niet doen, de arend in de auto meenemen was geen optie, je zou eens moeten zien hoe groot die zijn. De 3de grootste arend ter wereld. Ik heb foto`s van de arend voor die idioot van een chauffeur hem aanreed. Naar het schijnt is het zelfs een bedreigde diersoort.

 

De pech onderweg was al snel vergeten na het zien van de Wilderness Sanctuary te Arkaroola. 600 vierkante km hectare privegrond in handen van de familie Briggs. In de jaren 60 had vader Briggs, een bekende wetenschapper, de vroegere sheepsstation opgekocht met als doel het in zijn originele staat te herstellen en het van zijn lot als mijnstadje te redden. Blijkt dat Arkaroola een heel belangrijke geologische plaats is. De sanctuary en resort worden nu uitgebaat door zoon Briggs. Doug is gekend, zelfs bij NASA voor zijn kennis over de sterrenstelsels. Er staan ook 2 observatiecentra op hun domein. We wilden `s avonds graag een bezoekje brengen maar het was telkens te bewolkt om de sterrenhemel duidelijk te kunnen zien. Het was ook volle maan wat het sterrenkijken ook bemoeilijkt.

We deden er een prachtige wandeling over de Acacia Ridge, pakkend mooi. Bij terugkomst in de resort bood Doug ons een 4WD, Toyota Landcruiser aan om even de omgeving te gaan verkennen. Free of charge, ze vroegen enkel iets te doneren aan de Flying Doctors. Doug duidde aan op een plan waar we zeker naartoe moesten rijden, We reden naar Baranana Gorge en Arkaroola Waterhole waar we de uiterst zeldzame, met uitsterven bedreigde, yellowtail wallaby aantroffen. Zowaar 3 stuks. Zelfs eentje met een kleintje in de buidel en oh ja, ik heb er machtige foto`s van.

`s Avonds een heerlijk lamsboutje verorberd in het restaurant, het lekkerste eten dat ik hier totnutoe gegeten heb. Daarna toonde Doug ons de 2 huispytons en dronken we nog een pintje op het terras. Voor allen die ooit naar Australie komen, ga zeker naar Arkaroola, niet alleen 1 van de mooiste omgevingen die ik gezien heb (en dat zijn er al heel wat ondertussen) maar ook de warmhartigste mensen ooit. Totaal niet op geld belust, enkel de schoonheid van hun achtertuin willen delen met al wie het zien wil. Onvergetelijk!

 

Vanuit Arkaroola richting Leigh Creek vertrokken, nog steeds niet zeker welke route we richting Coober Pedy zouden nemen. Je kunt de highway terug naar Port Augusta nemen en daarna de Stuart Highway richting Darwin of de 500 km lange dirtroad langs lake Eyre. We hadden de tocht bijna ondernomen maar de politie te Leigh Creek heeft ons kunnen ompraten. Zonder sateliettelefoon en met maar 1 reservewiel is de toch uiterst gevaarlijk. Als je daar in panne valt is er niemand om je te helpen. In deze hitte wil je daar niet vast komen te zitten. Jammer van de mooie rit, maybe next time, eigenlijk definitely next time, ik kom hier zeker nog terug!

 

Onderweg naar Port Augusta zijn we `s avonds vast komen zitten in Hawker wegens overstromingen, ja je leest het correct. Wat hebben ze hier nog allemaal voor ons in petto, bosbranden, overstromingen, misschien een cycloon te Darwin?

Het water gutste echt over de weg. Zelfs 4WDrives konden niet verder. Er zat niets anders op dan rechtsomkeer te maken en in Hawker te kamperen. Hopende dat het water `s anderendaags afgevloeid zou zijn, en dat was het gelukkig.

 

Port Augusta is a shithole, enkel een nucleaire bom zou het volgens Doug Briggs kunnen opkuisen en ik kan zijn gedachtengang volgen. Enkel goed om de laatste info in het infocentrum op te doen, auto vol te tanken en wat inkopen te doen.

`s Namiddags richting Coober Pedy vertrokken, `s nachts tussen de roadtrains gekampeerd op een restarea langs de highway. Supermooie kleuren bij zonsop- en ondergang.

 

Deze morgen in Coober Pedy aangekomen, er ons tentje ondergronds opgeslaan en het stadje verkend. Gezien ik hier nu de tekst van mijn blog zit te typen, kun je je voorstellen hoeveel er hier te zien valt. Niet veel dus. Vooral veel winkeltjes waar uiteraard opalen en bijhorende juwelen verkocht worden. Een superongezellige ondergrondse pub, hoe kun je een grot zo ongezellig maken, ik heb er zelfs geen foto van willen maken. Wel een mooi ondergronds orthodox kerkje bezocht, zowat de highlight van ons dagje Coober.

 

Ondertussen hebben we Uluru of het beter gekende Ayers Rock achter de rug. Hypertoeristisch maar daarom niet minder mooi. We hebben de Aboriginals gerespecteerd en zijn niet op Uluru geklommen, we hebben er wel een 3 uur durende wandeling rond gemaakt. Bijna 10 km in de blakende zon, verrassend groot die rots, 3 km lang. Na Uluru hebben we een wandeling van 8 km gedaan in de Olgas of Kata Tjuta. Persoonlijk vind ik de Olgas mooier dan Uluru.

Van Kata Tjuta Np, want zo heet het park waarin Uluru en de Olgas liggen, zijn we naar Kings Canyon gereden. Een diepe kloof met rode rotsen als bijenkorven gevormd, supermooi. In het midden van al dat moois ligt the garden of Eden, altijd een vroegtijdig bezoekje waard. Als dat de plaats is waar ik heen ga na dit aardse leven, zal ik een gelukkig wezen zijn.

Dionne, onze Nederlandse compagnonne had daar minder geluk, ze is er haar portefeuille verloren...

 

Gisterenavond nog even pech gehad met onze Tuur, een platte batterij. Een beetje onze eigen schuld, je zou onze elektrische installatie moeten zien, de eski (frigobox), boxen om onze mp3-speler op aan te sluiten, 2 batterijladers en dan nog met de phares op onze tent opzetten... Gelukkig zijn we deze morgen door 2 andere reizigers verder geholpen.

 

Nu zijn we in Alice Springs aangekomen. Straks rijden we verder naar de West-Mcdonnal ranges, daarna nog 1500 km tot in Darwin. Het is zweten in de auto zonder airco, de komende dagen worden echt afzien. Veel stops onderweg zullen we ook niet maken. Devils Marbels en Litchfield NP. Verder bericht volgt bijgevolg in Darwin.

Hou jullie goed allemaal, tot de volgende.

 

Toedeloe

 

xxx

Superdeluxe knuffels

Foto’s

3 Reacties

  1. mémé:
    19 maart 2009
    Dag Kim,
    Weer eens goed genoten van je reisverslag en prachtige fotos.Ik weet een goede oplossing voor je hoofdpijn(kater) Drink geen bier maar water, maar ja bier maakt plezier en de kater komt later.
    Alles is hier ok zelfs veel zon maar wel koud en droog weer.
    Patriek is op reis (Gran Canaria) het is er ook zeer warm en alles verloopt naar wens, wat moet een mens nog meer hebben.
    Geniet verder van je prachtige reis want je bent reeds aan het aftellen.
    Vele warme groetjes en een dikke kus
    mémé
  2. Wim en Dona:
    20 maart 2009
    Hallo Kim,
    het ziet er toch een prachtland uit!
    Het verwondert me niet dat je nog eens terug zal gaan. Spijtig dat het zo ver ligt.
    We houden ons aan kortere uitstappen.
    Nog veel plezier en tot later.
    Groetjes van ons allemaal.
    Wim, Dona ,Joyce,Shana, Baziel en nog die twee andere kadetten.
  3. Patriek Deruddere:
    23 maart 2009
    Hoi Kim,
    Ben net terug in 't land en heb zopas even snel je reisverslag gelezen. Boeiend...! Zou al direct terug kunnen vertrekken voor een weekje Arkaroola of Sidney... :) Have fun and enjoy...! Groetjes, Patriek